Tijdens het tuinfluisterswerkoverleg in de trein van Amsterdam naar Den Helder en terug waren Morgan en ik het al eens geworden over de globale inrichting van de rest van de tuin.
Het ontwerp zoals bedacht door Morgan en Eva. Vormgegeven door Eva die nog niet zo handig is met dit soort zaken. De bruine slingers stellen paden voor. De donkergroene slingers zijn heuvels. |
Nu even roddel en achterklap, en de plaatjes.
De ochtend begon met een ronde langs alle gewassen. De korenbloemen doen het geweldig! De snijbiet en de artisjokken zijn goed bezig. De ui doet zielig en lijkt niet erg op te schieten, en één van de tomatenplantjes heeft bruine vlekken op de blaadjes. Die stond ik net te bekijken toen Marleen (van Transition Town Castricum) kwam langsfietsen. "Ben je er nu alweer?" vroeg ze.
Ze stapte af en bekeek samen met mij de enige zeekoolstek die tot nog toe was begonnen te ontspruiten (met kleine paarse krulblaadjes) en de strandbieten die alweer aardig bijgekomen waren van de reis vanuit Texel.
Gaandeweg verdwaalde het gesprek naar ons werk en onze dochters en wat die allemaal voor leuke dingen deden. Gelukkig werd het gesprek onderbroken door een telefoontje van één van die dochters, dus kon ik daarna weer terug aan het werk.
Ik tekende de omtrek van de twee heuvels die we nog willen gaan bouwen, maar waar we nu onvoldoende hout en takken voor hebben. Pas in de herfst kunnen we ze zo inrichten als we willen. Voor nu hebben we besloten in ieder geval op de plek van de toekomstige heuvels bedden te maken en deze vol te zetten met van allerlei en de omtrek ervan te markeren met een iets verdiept pad.
Na het tekenen van de omtrek besloot ik goedkeurend dat dit aardig volgens het ontwerp was dat we hadden afgesproken. Langs de omtrek schepte ik telkens één schep zand van het pad-in-wording op het bed-in-wording.
Ondertussen zag ik mist over de velden binnen komen slierten en de temperatuur daalde flink. Mijn zomerse outfit was niet berekend op deze kou!
Ik besloot nog even wat te wieden tussen de slaplantjes (lees: sla-plantjes) die Morgan met zoveel liefde had opgekweekt en uitgeplant. Er was tussen de sla alweer een heleboel gras te zien....
Daarna was het zo'n beetje tijd om weer te gaan. Ik keek nog even naar de tomatenplantjes van Corrie en Roel, en daar kwam Corrie net aan. Natuurlijk bespraken we de voortgang van diverse gewassen. Hun aardbeien zijn al rood aan het verkleuren en ze hebben aan stokken zilverpapier opgehangen om de vogels af te schrikken. De pluksla kan al geoogst worden. De bonen klimmen als gekken tegen de staken op. Onkruid groeide ook goed. "Als ik hier kom begin ik daar met wieden, en als ik daar ben opgehouden, dan staat er aan het begin alweer gras." Gelukkig wist Corrie uit ervaring te vertellen dat het zo rond half of eind juli een stuk minder hard gaat met het onkruid. "Maar ja, dan ben je weer druk met oogsten en zo," voegde ze toe.
Oogsten, oh ja! Daar ben ik nog niet met mijn gedachten. Ik hoop dat er voor ons iets te oogsten valt!
Het begieten van de nog niet uitgeplante pastinaakjes, uitjes, kooltjes was mijn laatste tuinactiviteit van een niet heel productieve maar wel gezellige ochtend.
Bonus:
Hoe ontwerp je een permacultuurtuin?
Bij het ontwerpen van een permacultuurtuin gebruiken we richtlijnen die moeten helpen een ecosysteem te imiteren dat al zoveel mogelijk in balans is.
Voorzover het imiteren van een ecosysteem nog niet direct lukt, probeer je een ontwerp te maken waarbij de voorwaarden zo gunstig mogelijk zijn om dat op termijn te bereiken.
We troffen al veel gunstige voorwaarden in Castricum aan:
Een mooie plek, omringd door groen, aan de duinrand, gemakkelijk te bereiken. Beschikbaarheid van water (via de pomp). Aanwezigheid van andere tuinders, Corrie en Roel, voor wederzijdse inspiratie en voor gezelligheid. Aanwezigheid van tuingereedschap.
De vrijheid om het stukje terrein zelf in te richten. Behulpzaamheid van boswachter Jan.
De bedoeling is dat de opbrengst van de tuin gebruikt wordt in het theehuis Hof van Kijk Uit dat begin juni van start gaat, en het ethische uitgangspunt van 'eerlijk delen' kunnen we dus heel gemakkelijk in praktijk brengen.
De ongunstige aspecten vroegen om ingrijpen, en waren impliciet of expliciet leidend bij ons ontwerp.
Een belangrijk ongunstig aspect is een gebrek aan bodemleven. Zeker in vergelijking met de tuin van mijn vader, waar je maar even je vinger in de grond hoeft te steken of het leven begint al om je heen te krioelen van wormen, pissebedden, spinnetjes, enzovoort.
Een rijk bodemleven is een goede voorwaarde voor het creëren van een ecosysteem in balans, omdat de kans groot is dat in de bodem dan ook voorhanden is wat het systeem nodig heeft. Wormen maken bijvoorbeeld de grond losser en alle gewassen zijn dol op wat de wormen uitpoepen. Spinnen kunnen vliegjes eten die onze worteltjes komen lastig vallen. Bacteriën kunnen helpen om de wortels van onze gewassen van voedingsstoffen te voorzien.
In de Tuin van Kijk Uit vonden we zo goed als niks van dat al, al kan ik natuurlijk niet zeker zijn van de bacteriën! Direct onder de graszoden troffen we zand, zand en zand.
Een belangrijk onderdeel van ons ontwerp was dus het toevoegen van zoveel mogelijk organisch materiaal, want daar zijn wormen en heel veel andere grotere en kleinere beestjes dol op.
Een Holzer-heuvel was dus een goed begin.
Twee centrale richtlijnen bij een ontwerp zijn:
Elk element in het systeem vervult vele functies.
Elke belangrijke functie in het systeem wordt gedragen door vele elementen.
Elk element in het systeem vervult vele functies.
De heuvel die we op 19 mei hebben gemaakt is zo'n element dat verschillende functies vervult.
Ten eerste herbergt de heuvel een grote hoeveelheid organisch materiaal. Voor mijn geestesoog zie ik al hoe het daar meer en meer begint te wriemelen van allerlei beestjes die denken dat ze in de beestjeshemel terecht zijn gekomen.
Ten tweede ontstaan er door de hoogteverschillen en de gekromde vorm van de heuvel diverse microklimaatjes. Aan de zuidkant van de heuvel is een warme luwte die beschutting biedt tegen de koude noorden- en oostenwind, terwijl aan de noord- en oostkant juist meer koelte en schaduw is. Een diversiteit aan microklimaten bevordert biodiversiteit.
Ten derde houdt het organische materiaal in de heuvel meer vocht vast, en maakt het bewateren bij droogte overbodig of ten minste minder hard nodig.
Ten vierde produceert rotting van het organische materiaal warmte in de heuvel, en warmte bevordert groei.
Elke belangrijke functie in het systeem wordt gedragen door vele elementen.
Een belangrijke functie van een permacultuurtuin is het bevorderen van biodiversiteit.
Deze functie wordt onder andere gedragen door de heuvel die verschillende microklimaten creëert waar verschillende gewassen en beestjes zich lekker voelen. Maar ook een vijver bevordert biodiversiteit door onderdak te bieden aan bijvoorbeeld padden, kikkers, waterplanten, enzovoort. Tegelijkertijd bevorderen we biodiversiteit door een groot aantal verschillende gewassen door elkaar te planten. Op de heuvel staan bijvoorbeeld artisjokken, tomaten, witte kool, snijbiet, strandbiet, korenbloemen, munt, basilicum, goudsbloemen, eeuwige moes, zeekool, uien, nagelkruid.
Morgan en ik waren het er dus snel over eens dat er een Holzer-heuvel en een vijver moesten komen. En ook over het feit dat we nog meer heuvels wilden. Die hebben we nu globaal een vorm gegeven. Al doende gaan we kijken wat het goed doet en waarom, wat het niet goed doet en waarom niet, en dan, is het idee, krijgen we een steeds veerkrachtiger en gezonder systeem, met steeds minder werk en steeds meer opbrengst!
Voor wie nog meer wil lezen over permaculturele ontwerpprincipes:
download het gratis e-boekje van David Holmgren.